HOE MOET IK EEN PAS GESPEEND KATJE VOEDEN

Het spenen is de overgang van een zuiveldieet naar vaste voeding. Vanaf de vijfde of zesde levensweek neemt het zogen af en beginnen ze zich te interesseren voor het voedsel dat hun moeder eet. Ze beginnen met het likken van de voedselresten die rond haar mond achterblijven, om vervolgens in het voederbakje te snuffelen, totdat ze zelf vast voedsel gaan eten.

Voor kittens geeft de verandering van voeding en het verlaten van het moedernest stress. Daarom moet dit niet eerder gebeuren dan nodig is. Als algemene regel geldt dat de juiste tijd meestal tussen de zesde en zevende levensweek ligt.

Het is aan te raden om de moeder tijdens het zogen hetzelfde soort voer te geven als de kittens zullen krijgen na het spenen. Speciaal samengestelde voeding is hiervoor geschikt en voorziet zowel de moeder als de kittens van alle voedingsstoffen die ze nodig hebben. Tussen week 6 en 8 moeten de kittens volledig gespeend zijn en gewend aan een normale voeding, met een compleet en uitgebalanceerd voer.

In dit stadium, wanneer het jonge katje snel groeit, is het het beste om hem 2 tot 3 keer per dag droogvoer te geven (dit kan met warm water zacht gemaakt worden). Het voer dat een uur na het serveren nog niet is opgegeten, moet verwijderd worden, want bij kamertemperatuur verliest het voer zijn smaak, kan het ontbinden en zelfs voedingseigenschappen verliezen. Tussen de zes maanden en één jaar verminder je de inname tot twee porties per dag, van matige omvang. Het is echter aan te raden om altijd een bakje met een kleine hoeveelheid voer te laten staan.